Nijmegen is naast Maastricht, Voorburg en Heerlen een van de vier steden die de titel oudste stad van Nederland claimen. In het jaar 2005 werd het 2000-jarig bestaan van de stad en het 1900-jarig bezit van stadsrechten gevierd. Sporen van bewoning zijn al bekend uit het Neolithicum, de midden en late bronstijd en (ten noorden van de Waal) uit de midden en late ijzertijd.
De rijke cultuurhistorie van Nijmegen gaat tweeduizend jaar terug, toen de Romeinen hier neerstreken en Nijmegen uitgroeide tot de grootste stad van het toenmalige Nederland.
Enkele eeuwen later koos keizer Karel de Grote het Valkhof uit om er een paleis te bouwen en werd het één van de belangrijkste plaatsen van zijn rijk. In de eeuwen daarna kozen ook vele andere vorsten, hertogen en keizers Nijmegen als domicilie. Nijmegen viel als Rijksstad onder rechtstreeks gezag van de keizer van het Rooms-Duitse Rijk. De Nijmegenaren hoorden daardoor tot de meest bevoorrechte burgers van Europa.​​​​​​​
Pas eeuwen later is de stad in belang en rijkdom geëvenaard door opbloeiende handels-steden in de Hollandse gewesten. Vanwege de strategische ligging was de stad vaak het brandpunt van strijd. De laatste keer gebeurde dat tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de geallieerden per ongeluk de stad bombardeerden. Behalve honderden doden werd ook een groot deel van de binnenstad weggevaagd.
Dankzij een geslaagde wederopbouw heeft Nijmegen haar gezellige, levendige karakter kunnen behouden. De oude stad ademt een jonge, zuidelijke en gemoedelijke sfeer uit. Als je oog hebt voor het verleden, kun je ruimschoots genieten van de rijke afwisseling aan cultuurhistorie die Nijmegen te bieden heeft.
Lakenhal - In de 14e eeuw was de lakenhandel in Nijmegen in bloei. Laken is een dun textiel met glanzend oppervlak, gemaakt van wol. De handel vond plaats in de Lakenhal, die ook wel het Gewandhuis genoemd werd.
De Boterwaag is een waaggebouw in Nijmegen gelegen aan de Grote Markt en gebouwd rond 1612-1613 naar een ontwerp van Cornelis Janssen van Delft. De renaissance-vormen tonen verwantschap met de stijl van Hendrick de Keyser. Het gebouw werd in 1886 gerestaureerd door Jan Jacob Weve.
De stadswaag was gehuisvest aan de rechterzijde (westzijde) van het gebouw. Op de begane grond was een vleeshal, met poorten waardoor wagens en karren in konden rijden en binnenin drie kruisrib-gewelven op pilaren. Tijdelijk waren er in het gebouw ook enkele woningen ingericht. Tot 1885 zetel-de de militaire hoofdwacht van Nijmegen op de bovenverdieping.
Het historische gedeelte van het stadhuis bestaat in feite uit een samenvoeging van een aantal woonhuizen uit de veertiende eeuw. In de periode 1554-1555 ontwierp stadsbouw-meester Herman van Herengrave een nieuwe voorbouw voor deze huizen met een schepenhal en daarboven een zaal.
In de periode 1879-1882 werd het stadhuis gerestaureerd door architect Pierre Cuypers en aan de westzijde uitgebreid met een vleugel in dezelfde stijl. Cuypers liet tevens kopieën vervaardigen van het renaissance beeldhouwwerk aan de gevel.
Het kustwerk De Waterwolf is gemaakt door het kunstenaarsduo Spacecowboys, bestaande uit Albert Dedden en Paul Keizer. De wolf verwijst naar de Romeinse geschiedenis van Nijmegen en symboliseert ook de strijd van Nederland tegen het water, geïnspireerd door een literair werk van Joost van den Vondel. 
De Ooijpolder is een natuurgebied aan de rivier de Waal bij Nijmegen in de provincie Gelderland. Het is vooral bekend van de uiterwaarden, stranden, meren en wandel-paden langs de vele bloemen in het voorjaar en zomer. Je kunt hier heerlijk wandelen door de natuur en fietsen over de beroemde Ooijse Bandijk. 
De Waalbrug
De volledige lengte van de Waalbrug bedraagt 604 meter, en de hoogte, in het midden van de hoofdboog, ongeveer 60 meter boven NAP. De boog overspant tussen de twee pijlers een afstand van 244,1 meter en was daarmee bij oplevering in 1936 de langste boogbrug van Europa. Tot ongeveer het wegdek valt de boog meetkundig gezien samen met een cirkelsegment met een radius van 200 meter.
In tegenstelling tot veel andere bruggen uit dezelfde periode en met vergelijkbare constructie, zoals de IJsselbrug bij Zwolle, de John S. Thompsonbrug bij Grave en de John Frostbrug bij Arnhem is de Waalbrug uniek. Omdat het een boogbrug is in de letterlijke zin van het woord, de overdracht van de krachten rust daadwerkelijk in de twee pijlers.
Op 10 mei 1940, tijdens Duitse aanval op Nederland in de Tweede Wereldoorlog, blies de Nederlandse genie de brug op, om een snelle opmars van het Duitse leger te voorkomen. Tijdens de bezetting herstelden de Duitsers de brug en hij kon vanaf 1943 weer gebruikt worden door verkeer. Op 20 september 1944 viel de brug na een heftig strijd nagenoeg onbeschadigd in de handen van de geallieerden. De brug speelde ook een prominente rol in de film A Bridge tot far uit 1977. 
De Belvédère is een voormalige wacht- of uitkijktoren in Nijmegen, aan de oostzijde van het Valkhof in het Hunnerpark.
De toren, gebouwd in het midden van de 15de eeuw als waltoren, werd omstreeks 1646 door de stadsbouwmeester Peter van Blokhout verhoogd tot "speeltoren" en in 1888 gerestaureerd door J.J. Weve. 
Boven de ingang prijken twee kopieën van gevelstenen (waarvan de originelen zich in het Gemeentemuseum bevinden), de bovenste gedateerd 1646. De replica's werden in 1888 vervaardigd door Henri Leeuw sr. en Henri Leeuw jr. De Belvédère is goed zichtbaar vanaf de Waalbrug richting Nijmegen.
De commissie voor de uitleg van den stad.
Het ‘Driemanschap’ moest de belangen van de stad met betrekking tot de spoorweg- en vesting-aangelegenheden behartigen. Op 7 december 1878 besloot de raad, op voorstel van mr. Francken, de commissie uitsluitend mandaat te verlenen voor de uitleg van de stad, omdat de spoorwegbelangen ‘geene voortdurende zorg’ meer eisten en er al een commissie was die zich bezighield met de Nederlandsche Zuid-Ooster Spoorwegmaatschappij.
De commissie bestond uit drie leden: wethouder mr. W. Francken en de raadsleden H.L. Terwindt en Joh. H. Graadt van Roggen. Tot aan de voltooiing van de ontmanteling werden de commissieleden jaarlijks door de raad herkozen. Volgens de ten dele bewaard gebleven notulen kwamen zij elke maandag bijeen. Soms was er meer dan één vergadering per week.
                                                Deze tekst is van de Nijmeegse dichter Twan Niesten
Een wandeling door Nijmegen is meer dan de moeite waard. Een interessante stad met een grote verscheidenheid van architectonische bouwstijlen
Back to Top